Nieuws
Gesprekken in de coronatijd deel 4
19 april 2020Waarom zal Teun jou hebben gevraagd voor het volgende gesprek?
“Oei, laat ik eens denken. Het zal wel niet zijn omdat zijn moeder vroeger mijn buurmeisje was. Denk ik. Wij, Teun en ik, kennen elkaar natuurlijk van heel wat uren samen hier in de kantine. Wilde hij weten hoe het met mij gaat? Goed hoor.”
Wat merk jij thuis en bij je werk van de anderhalve meter- maatschappij?
“Hier op het sportpark merk ik natuurlijk dat er niet gevoetbald en getraind wordt. De jongelui houden zich overdag over het algemeen goed aan de regels om niet te komen trappen. Alles is vooraan afgesloten. Ik kom nu zelf ook achter bij de kantine naar huis. Op het werk, bij de BEDA-keukens, kunnen we best goed met elkaar rekening houden. Er is ruimte genoeg. We schaften wel in twee ploegen omdat het daar anders te druk wordt. En wordt meer dan anders gepoetst. Dat merk je wel.”
Er is dus op het sportpark echt niks te doen?
“Heel weinig. Tot vóór een paar dagen zette Jan van Sambeeck heel vroeg nog koffie. Gerard van Leeuwen is nog steeds vaste klant en Wout Poes komt ook altijd wel even binnen. Maar Peer Hooijen heb ik een week of vier niet meer gezien, en Piet van Spreuwel ook al niet meer. Dat zijn anders toch ook heel vaste klanten. En voor de rest, ja ook ’s avonds, is het heel kalm. Ik begin de buurt in de kantine onderhand te missen. Gelukkig heb ik van onze pa de liefhebberij voor het puzzelen, doorlopers, geërfd. Dat loopt altijd goed. En ik kan, als ik zelf wil, op tijd naar bed. Elk nadeel heb zijn voordeel.”
Een beetje eenzaam Harrie? Je bent alleen zijn toch wel gewend?
“Eenzaam is een groot woord. Het begint me nu na een paar Corona-weken wat te rustig te worden. Ik kan goed voor mezelf zorgen. Mijn zus José komt hier één keer in de twee weken poetsen. Nee, ik mag niet mopperen. Ik heb het veel te goed om moeilijk te doen. Zolang als ik kan en mag blijf ik hier zitten. Een contract voor het leven met Bladella? Ja, zo zou je dat kunnen noemen.”
En dan blijf je ook de kantine doen?
“Ik ben nu 63 jaar. Nog een paar jaar bij de BEDA werken, een korte week dan. Als het me niet te moeilijk wordt gemaakt ga ik met de kantinediensten ook nog een tijdje door. Ik hoef nu, in dit seizoen, ook minder in te vallen, er is meer rust en ik kan op vrijdagavond ook weer meedoen met het kaarten. Dat bevalt me wel.”
Wie wordt de volgende geïnterviewde in deze Corona-serie? Waarom?
Je moet Carla Verschuuren eens een paar vragen stellen. Die is nu samen met haar Paollino een jaartje beheerder in de kantine. Ik ben benieuwd naar haar ervaringen en wat ze daarvan gaat vertellen.